“MET EEN BREDERE INVALSHOEK KUNNEN WE ALS REGISSEUR NOG MEER RESULTATEN BOEKEN”

In Heusden-Zolder, Beringen en Houthalen-Helchteren slaan de lokale besturen de handen in elkaar om de regierol sociale economie te vervullen. Nick Inghelbrecht, adjunct-diensthoofd Welzijn en Lokale Economie in Heusden-Zolder: “De uitdaging voor de komende jaren zit in de verbreding van de regierol naar een lokaal werkgelegenheidsbeleid.”

De drie ex-mijngemeentes Heusden-Zolder, Beringen en Houthalen-Helchteren kennen dezelfde problematiek. “Toen de steenkoolmijnen sloten, bleven heel wat mensen werkloos achter. Daardoor hebben de gemeentes in het verleden veel geïnvesteerd in de sociale economie en werden er verschillende sociale-economiebedrijven opgestart”, weet Nick Inghelbrecht. “Als lokaal bestuur hebben we er belang bij dat zoveel mogelijk inwoners een job hebben. Dat zorgt onder andere voor een inclusieve samenleving, fiscale inkomsten en tevreden burgers.”

Doorstroom

De drie gemeentes sloten zes jaar geleden een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst om de regierol sociale economie op plaatselijk niveau in te vullen.

Inghelbrecht: “Binnen het kader dat de Vlaamse overheid voor de regierol heeft gecreëerd, is er voldoende ruimte om het beleid lokaal vorm te geven. We organiseren netwerkevenementen waarop we de plaatselijke actoren die bezig zijn met sociale economie in contact brengen met reguliere bedrijven, zodat we samen met hen op zoek kunnen gaan naar doorstroomkansen en samenwerkingen. De sociale economie is de laatste jaren immers enorm op doorstroom gericht, wat het raakvlak met het beleidsdomein tewerkstelling enorm belangrijk maakt. Als facilitator werken de lokale besturen daarvoor samen met heel wat partners uit het werkveld. Met de VDAB bijvoorbeeld, die zorgt voor de toeleiding naar de vacatures in de sociale economie.”

Voorkant kringloopwinkel.

Kinderopvang

De ex-mijngemeentes lossen specifieke obstakels op. Heel wat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt hebben bijvoorbeeld geen auto of geen fiets, waardoor ze minder gemakkelijk op hun werkplek geraken. “Daarom werken we binnen onze regierol samen met partners zoals de Kringwinkel. Onze doelgroepen kunnen daar een fiets kopen aan een voordelige prijs”, zegt Inghelbrecht.

Ook kinderopvang vormt een probleem. “Wie net een nieuwe job heeft gevonden of een opleiding wil volgen, krijgt de opvang van zijn of haar kinderen door de lange wachtlijsten vaak moeilijk georganiseerd. Samen met kinderopvang Onki Stekelbees hebben we daarom een flexibele opvang opgestart met lage tarieven en extra aandacht voor taal en ouderparticipatie. Als iemand bijvoorbeeld een job heeft gevonden, dan kunnen zijn of haar kinderen tijdelijk in de flexibele opvang terecht tot er een plekje vrij is in het reguliere circuit.”

Bredere invalshoek

Dergelijke knelpunten illustreren dat de regierol sociale economie nog te beperkt was. Inghelbrecht: “Het thema raakt ook aan beleids- en levensdomeinen zoals armoede en onderwijs. Het is de taak van het lokale bestuur om ook die beleidsdomeinen mee te nemen in het verhaal. Alleen zo kan de sociale economie op lokaal niveau slagen.”

De nieuwe minister van Werk en Sociale Economie Hilde Crevits speelt daarop in. In haar beleidsnota staat dat de regierol sociale economie de komende regeerperiode zal worden verbreed naar een regierol lokaal werkgelegenheidsbeleid. “Die bredere invalshoek gaan we de komende jaren uitwerken. Dat doen we met de verschillende lokale besturen, de VDAB, de promotoren sociale economie en de werkgevers uit de regio. Samen met hen kunnen we nog meer succesvolle partnerschappen creëren op een breder niveau”, besluit Inghelbrecht.