Competenties van de toekomst in de sector van de maatwerkbedrijven
De voorbije twee jaar voerde Groep Maatwerk in het kader van een Europa WSE-project een competentieprognoseonderzoek uit in de sector. Hierin werd de impact van een aantal maatschappelijke evoluties en transities op de competenties van de toekomst in maatwerkbedrijven onderzocht.
Groep Maatwerk deelt deze inzichten op hun website, onder meer via een podcast en opnames van hun slotevent. Zo kan je de opname 'Toekomstmakers: hoe besturen bij onzekerheid' door Bruno Tindemans, Chief Foresight Officer bij DWSE herbekijken. Ook het laatste nummer van WerkVormen, het tijdschrift van Groep Maatwerk, is hier volledig aan gewijd. In één van de artikels gaan collega’s Ariane Rober en Maaike Van Cauwenberghe met elkaar in gesprek over initiatieven die het departement ontplooit om mensen en bedrijven te ondersteunen in het verwerven van de competenties van de toekomst.
Levenslang leren: win-win voor iedereen
Ook vanuit het Departement Werk en Sociale Economie worden initiatieven ontplooid om mensen en bedrijven te ondersteunen in het verwerven van de competenties van de toekomst. Een gesprek met Ariane Rober, die op de afdeling beleid collectief en individueel maatwerk opvolgt, en Maaike Van Cauwenberghe, actief op de studiedienst en bij het Expertisecentrum innovatieve leerwegen.
Tendensen en competenties van de toekomst
Beide dames zijn het erover eens. De digitalisering en automatisering gaan een grote impact hebben. Ook de maatwerkbedrijven zullen, gezien de aard van sommige activiteiten die in maatwerkbedrijven uitgevoerd worden, een impact voelen. Maaike: “De routinematige taken zijn het meest vatbaar voor digitalisering en automatisering. Deze activiteiten vinden we ook terug in de maatwerksector. De coronacrisis heeft dat proces van digitalisering nog versneld. Een uitdaging voor laaggekwalificeerde werknemers.”
Ook de groene transitie zal nieuwe vaardigheden vereisen, onder andere in de sector van de logistiek. Een sector waar heel wat maatwerkbedrijven actief in zijn. Maar veranderingen creëren ook kansen waarop organisaties en medewerkers zich kunnen voorbereiden. Ariane: "In de circulaire economie ontstaan ook nieuwe jobs. Vanuit het beleid zien we daar veel potentieel in. Met de 1.000 klimaatjobs geeft Vlaams minister van Werk Jo Brouns uitvoering aan het engagement van de Vlaamse Regering om meer mensen een kans te geven op de arbeidsmarkt en tegelijkertijd in te zetten op een duurzame en circulaire economie."
Wat de competenties betreft die de maatwerkers nodig gaan hebben om in die veranderende wereld te functioneren, zien ze – net als in het reguliere circuit - vooral generieke en transversale competenties. Maaike: “Probleemoplossend denken, werken in interdisciplinaire en wisselende teams, meer verantwoordelijkheid nemen en omgaan met digitale tools. Extra uitdagend voor de doelgroep om die competenties te verwerven, maar noodzakelijk om hen daarin bij te spijkeren. Gelukkig biedt digitalisering ook mogelijkheden om mensen te ondersteunen in de uitoefening van hun job. Denk maar aan artificial intelligence, dat in de sector al ingezet wordt om het werk werkbaar te houden.”
Voor de maatwerkcoaches is de uitdaging zo mogelijk nog groter. Zij moeten zowel sociale als technische vaardigheden verwerven. Ariane: “De combinatie van beide sets van vaardigheden vinden in één persoon is niet evident. Opleiding is daar dus noodzakelijk, om de kwaliteit van de begeleiding op de werkvloer te waarborgen. In het Groep Maatwerk vormingsaanbod zitten gelukkig de nodige vormingen. We juichen het ook toe dat jullie specifiek voor individueel maatwerk een opleiding op maat aan het ontwikkelen zijn.”
Actieplan en levenslang leren
Gelukkig reikt ook de overheid tools aan om nieuwe competenties te verwerven, en dit zowel aan werknemers als aan werkgevers. En dat is nodig, want het ontbreekt in Vlaanderen nog aan een leercultuur. Maaike: “Op gebied van opleidingsdeelname scoort Vlaanderen onder het OESO-gemiddelde. De ‘sense of urgency’ ontbreekt. Organisaties bereiden zich nog onvoldoende voor op de uitdagingen van de toekomst. Tegen 2030 willen we met het partnerschap levenslang leren – een samenwerking tussen onderwijs en werk - dat 60% van onze volwassenen jaarlijks deelneemt aan een opleiding. Levenslang leren is immers essentieel om mensen weerbaarder te maken op persoonlijk en sociaal vlak en om hen in staat te stellen de veranderingen die op ons afkomen het hoofd te bieden. Maar een leercultuur creëer je niet van vandaag op morgen. Het is een werk van jaren om het gedrag van mensen te veranderen.
Eind 2021 hebben we in dat kader een actieplan gelanceerd met daarin een resem acties, gericht op de individuele burger, organisaties, opleidingsverstrekkers en de samenleving in haar geheel. Het ultieme doel daarbij is dat iedereen altijd en overal kan bijleren, met specifieke aandacht voor het mattheuseffect. Hooggeschoolden gaan zich immers makkelijker bijscholen, dus we moeten extra inzetten op kwetsbare groepen.”
Ondersteuning voor werknemers ...
Eerste taak: het wegnemen van drempels die werknemers verhinderen om tot leren te komen.
Maaike: “Het gaat daarbij meestal om een gebrek aan tijd of geld. Als overheid moedigen we werknemers aan met incentives zoals opleidingsverlof en -cheques, maar die zijn vandaag nog onvoldoende gekend. Het is onze taak om de juiste tools bij de juiste mensen te krijgen. Momenteel bestaat al de ‘Wegwijzer Vlaamse opleidingsincentives’, waarin je op basis van je profiel kan opzoeken voor welke ondersteuning je in aanmerking zou kunnen komen. Er wordt daarnaast volop werk gemaakt van een online leer- en loopbaanrekening. In 2023 starten we met de lancering van een digitale portefeuille met opleidingsincentives. Iedereen zal via Mijn Burgerprofiel zijn of haar persoonlijk saldo en resterende rechten op het vlak van opleidingsincentives kunnen raadplegen.”
... en organisaties
Maar de overheid ondersteunt ook organisaties om opleidingsparticipatie te versterken. Sinds 2021 werd het Vlaams Opleidingsverlof uitgebreid met een gemeenschappelijk initiatiefrecht. Dit houdt in dat een werknemer niet alleen tot 125 uur afwezig kan zijn voor de opleidingen die hij/zij zelf kiest, maar ook nog eens 125 uur extra voor de opleidingen die de werkgever voorstelt. Ariane: “Op die manier kan je als werkgever je werknemers een duwtje in de rug geven om deel te nemen aan opleidingen die aansluiten bij de leernoden van de organisatie. Het is immers essentieel dat werkgevers ook tijdens de werkuren prioriteit geven aan opleiding. Er moet ook ingezet worden op evaluatie- en coaching gesprekken om mensen te ondersteunen in de reflectie over hun leernoden. We moeten evolueren naar een cultuur waarin daarover kan gepraat worden. Zeker voor maatwerkers is dit belangrijk, zodat ze zich loopbaangericht kunnen ontwikkelen en doorstromen. Werkgevers zouden ook intern een opleidingsaanbod kunnen voorzien of op zoek gaan naar een externe opleidingspartner. In 2023 lanceren we ook de competentiechecks. 500 bedrijven gaan begeleid worden om op een strategische manier aan competentiedenken te doen: welke competenties hebben mijn werknemers vandaag al, welke gaan ze de volgende jaren nodig hebben en op welke manier kan ik beiden met elkaar in overeenstemming brengen.”
Maaike: “Om organisaties hierrond inzicht te verstrekken, publiceert het Steunpunt Werk in 2025 ook een geïntegreerd arbeidsmarktprojectiemodel, in opdracht van het Departement Werk en Sociale Economie. Het model zal op niveau van sectoren, beroepen en competenties de transities en uitdagingen voor de volgende jaren schetsen. Dit zal aan opleidingsverstrekkers, organisaties en sectoren een beeld geven van de uitdagingen waar ze voor staan en moet hen ondersteunen om vraag en aanbod rond levenslang leren op elkaar af te stemmen.”
Win-win voor iedereen
Een recente ESF-oproep over werkenden die deelnemen aan kwalificerende trajecten stemt de dames alvast hoopvol over de mogelijkheden die opleidingen bieden om mensen de competenties van de toekomst aan te leren. Maaike: “In één van de vele boeiende projecten in deze oproep hebben maatwerkers deelgenomen aan een opleiding voor zorgkundigen, met mooie resultaten. Er was duidelijk nood aan individuele begeleiding en afstemming met de opleider en de stageplek, maar het is dus wel mogelijk gebleken. En dat creëert een win-win situatie, voor de overheid, voor werkgevers en voor werknemers. Als we maatwerkers kunnen toeleiden naar de zorg, helpen we de zorgsector in het opvangen van het personeelstekort.
Ons ultieme doel is dergelijke win-win situaties ook op andere gebieden te creëren. Met een doordacht beleid rond levenslang leren moet dat ook lukken!”