Van groenafval tot vezelplaat
Wat kun je nog allemaal doen met groenafval, buiten het te composteren of te laten verrotten? Dat onderzoekt maatwerkbedrijf Pro Natura, dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt tewerkstelt in groendiensten. Het bedrijf richtte daar vijf jaar geleden een speciale innovatieafdeling voor op.
“We onderzoeken hoe we vezels en andere componenten kunnen afzonderen uit ons groenafval”, zegt Rein Dessers, Business Developer bij Pro Natura. “Het gaat om grasmaaisel, haagscheersel en woekerplanten als de Japanse duizendknoop. Bedoeling is om die vezels te verwerken tot nieuwe materialen met verschillende toepassingen.“
Lamp uit zwam
Pro Natura werkt bijvoorbeeld samen met het bedrijf Orineo uit Erps-Kwerps, dat natuurlijke gietvloeren en tafelbladen maakt. Zij gebruiken de groenresten van Pro Natura als kleurstof en als versteviging van hun vloeren en tafelbladen.
In opdracht van het burgerinitiatief 300bomen recycleert Pro Natura ook mos. “Het mos wordt geoogst op plaatsen waar het niet gewenst is, en vervolgens vermalen doelgroeparbeiders het en spreiden het uit op matten, waar het mos verder op groeit. Die mosmatten kunnen gebruikt worden als gevelbekleding of bekleding van platte daken.”
“We onderzoeken ook of we op groenafvalvezels mycelium kunnen kweken, de witte “worteldraden” van een zwam. Mycelium kan je op groenafval laten groeien in een soort mal. De myceliumdraden binden als het ware het groenafval samen tot een soort witte koek. Als je de mal eraf haalt, krijg je een piepschuim-achtig materiaal, volledig op maat gemaakt. Het bedrijf PermaFungi uit Brussel heeft zo een myceliumlamp gemaakt, de Lumifungi.”
Samen met het ontwikkelingsbureau Glimps uit Gent, expert in myceliumtoepassingen, test Pro Natura nu uit welke producten je nog allemaal kunt maken uit myceliummateriaal. “We denken bijvoorbeeld aan asurnen die volledig biologisch afbreekbaar zijn.”
Duur afval
“We bekijken welke machines we nodig hebben, wie de vezels kan gebruiken en voor welke materialen. We sturen stalen van natuurlijke vezels uit reststromen op naar bedrijven die ze uittesten in hun productieproces. We willen vooral dat anderen onderzoek doen met deze vezels.”
Structurele partner van Pro Natura is afvalbedrijf RENEWI, het vroegere Van Gansewinkel. “Zij leveren afvalstromen om mee te testen, een aantal blends bestaande uit verschillende groenafvalstromen. RENEWI blijft zoeken naar het opwaarderen en creëren van nieuwe grondstoffen uit afval. Bepaalde fracties van hun groenafval krijgen ze moeilijker kwijt in hun compostinstallaties. Zo zorgt de piek aanvoer van bermgras voor een verzuring van het composteringsproces.”
Ook andere partners zoals IVM, een intercommunale uit het Meetjesland, zijn vragende partij om groenafval te valoriseren. “De gemeenten en intercommunales betalen momenteel per ton groenafval dat moet afgevoerd worden. Voor gras betalen ze 40 tot 70 euro per ton. Stel dat bepaalde stromen kunnen omgezet worden naar grondstoffen en er waarde kan gecreëerd worden, dan kan dit het groenbeheer op een positieve manier stimuleren. Een goed voorbeeld hiervan is de bestrijding van Japanse duizendknoop, een invasieve soort die woekert omdat hij hier geen natuurlijke vijanden heeft. Hij maakt straten, fietspaden en dijken kapot. Gemeenten zijn verplicht om Japanse duizendknoop te bestrijden, maar die bestrijding is heel arbeidsintensief en dus duur. Als er een bruikbare vezel met mooie toepassing uit deze invasieve soort kan gewonnen worden, dan kan door de opbrengst een deel van de bestrijdingskosten gecompenseerd worden.”
Uitdaging maar ook troef
Dat de groenafvalstromen zich niet laten commanderen, vormt een grote uitdaging. Dessers: “Het is niet evident om continu dezelfde kwaliteit aan te bieden. Je oogst niet noodzakelijk op het moment dat de vezel het sterkst is, maar wanneer het gras te hoog staat. Bovendien is landschapsafval heel versnipperd: het gaat om veel kleinere percelen dan bij landbouwstromen. Je moet verschillende planten in kleine hoeveelheden samenbrengen, wat meer logistieke inspanningen kost. Die versnippering, het oogsten in pieken en het verschil in kwaliteit maakt het niet gemakkelijk om alles rendabel te organiseren.”
“Voor sommige producten is dat verschil in kwaliteit wel een troef: sommige designers vinden het net heel uitdagend dat ze in het voorjaar een echt voorjaarsproduct kunnen afleveren, terwijl ze in de herfst een product met heel andere kleuren krijgen. Met dat verschil in grondstof kunnen ze spelen.”
Logistieke jobs
De innovatie die Pro Natura doorvoert, stimuleert de circulaire economie, maar creëert ook jobs in de sociale economie. Dessers: “De voorbehandeling van het afval zal vooral machinaal gebeuren, wat niet zoveel jobs oplevert. Maar in de logistiek wel: de componenten die we uit het groenafval halen, zoals de vezels, moeten verpakt en verstuurd worden. Ook in de productie van biogebaseerde eindproducten, zoals myceliumobjecten, vezelplaten, mosmatten,… zit werk voor onze doelgroeparbeiders.”
Foto's: © Pro Natura