Duurzaam én sociaal: Nnof geeft bedrijfsinboedels tweede leven
In maart werden de Belgian Business Awards for the Environment uitgereikt, een erkenning voor ondernemingen die zich inzetten voor duurzame ontwikkeling. Janssen Pharmaceutica kaapte de eerste prijs weg, het dienstenbedrijf Nearly New Office Facilities (Nnof) werd eervol tweede. Want duurzaam én sociaal: dat is Nnof in een notendop.
Noem Nnof gerust een pionier op het vlak van duurzaamheid. Het kantoorinrichtingsbedrijf uit Vilvoorde zet volop in op de circulaire economie. Het inventariseert de inboedel van grote ondernemingen die naar een nieuwe werkruimte verhuizen en onderzoekt hoe die oude meubels gerecupereerd kunnen worden in de nieuwe inrichting. Dat is goed nieuws voor het milieu: door meubels te hergebruiken, bespaart het bedrijf tot wel 90 procent CO2-uitstoot.
Dat hun inspanningen nu beloond worden met de Belgian Business Award, stemt bezieler Didier Pierre tevreden. “Het is toch een duwtje in de rug, zo’n prijs. Bovendien is het leuk om als kmo tussen al die grote jongens te staan.” Dankzij zijn zilveren medaille mag Nnof ook meedingen naar de European Business Award for the Environment, waar het bedrijf het zal opnemen tegen kandidaten uit 27 andere landen.
(bijna) geen nieuwe meubels nodig
Nnof is al 25 jaar actief in de branche van kantoorinrichting. De duurzame reflex zat er al vanaf het prille begin ingebakken. “We zijn bijvoorbeeld altijd bewust omgegaan met de scheiding van ons afval”, vertelt Didier Pierre. “Al beschouwden we onze bedrijfsvoering in het begin nog niet als expliciet ‘duurzaam’.”
De echte klik kwam er pas tien jaar geleden, toen het bedrijf zijn CO2-voetafdruk liet meten. Didier Pierre: “Onze activiteiten bestonden toen uit het leegmaken van oude inboedels en het leveren van nieuwe inboedels. Tussendoor deden we weleens wat herstellingswerken aan meubels, en daar bespaarden we volgens de metingen veel uitstoot mee. Dat stemde ons tot nadenken: kunnen we die oude inboedels niet vaker herstellen en hergebruiken om onze voetafdruk te doen dalen? Zo zijn we stilaan de wereld van de circulaire economie ingerold.”
Vandaag bekijkt Nnof de inboedel van een bedrijf door een circulaire bril. “We proberen voor de nieuwe inboedel zoveel mogelijk in de oude inboedel te ‘shoppen’. Meubels die we makkelijk opnieuw kunnen inzetten, verhuizen we gewoon naar de nieuwe kantoren. Beschadigde meubels herstellen we eerst. Nog andere goederen, zoals wandpanelen en tafelbladen, herwerken we, zodat ze in de nieuwe inboedel passen. Wat er dan nog overblijft verkopen we of schenken we weg aan een goed doel.” Pas als dat hele proces is doorlopen, bekijkt Nnof of de klant nog nieuwe meubels moet aanschaffen.
De helpende handen van manus
De praktische kant van de inboedeltransformatie besteedt Nnof uit aan dochterbedrijf Transmoove. Dat doet op zijn beurt regelmatig een beroep op werkkrachten uit de sociale tewerkstelling. Omdat dat past binnen de duurzame, sociale bedrijfsmentaliteit? Jazeker. Maar ook omdat de zoektocht naar geschikte arbeiders via de normale kanalen zeer moeizaam verliep. “In de sociale economie heb je een hele groep mensen die willen werken én vaak heel handig zijn”, aldus Didier Pierre.
Momenteel hebben Nnof en Transmoove verschillende soorten samenwerkingen met sociale-economiebedrijven lopen. Met maatwerkbedrijf Manus gaat dat partnerschap bijzonder ver. “De bedoeling is dat de werknemers van Manus geleidelijk aan naar ons doorstromen, tot op het punt dat ze volledig bij ons in dienst zijn.”
Dat proces verloopt in fases: het eerste jaar krijgen de Manus-medewerkers nog intensieve begeleiding. Als die opleiding is afgerond en de samenwerking goed loopt, treden ze vanaf het tweede jaar officieel in dienst bij Nnof. “De begeleiders van Manus komen tijdens dat tweede jaar nog regelmatig langs om te checken of alles in orde is”, vertelt Didier Pierre. “Pas vanaf het derde jaar worden de banden helemaal doorgeknipt.”
Naar een duurzaam partnerschap
Daarnaast werkt Nnof op structurele basis samen met een maatwerkbedrijf in Antwerpen en eentje in Limburg. “Zij monteren eenvoudige meubelen voor ons en nemen een deel van de stofferingswerken over. Over elk van die samenwerkingen zijn we zeer tevreden. De afgelopen tien jaar zijn er veel activiteiten bijgekomen binnen de sociale economie die het de moeite maken om een duurzaam partnerschap op te bouwen."
Voor de volgende jaren hoopt Didier Pierre dat andere bedrijven het voorbeeld van Nnof zullen volgen en de overstap naar een circulaire economie zullen maken: “Want voorlopig verloopt die omslag op de economische markt heel traag. Met een positief project als de Belgian Business Award for the Environment – en de exposure die daarbij komt kijken – komt daar hopelijk verandering in.”