Maatwerkbedrijf Mivavil wil plasticafval hergebruiken

Bij maatwerkbedrijf Mivavil in Vilvoorde zag het personeel met lede ogen aan hoe de berg kunststofafval steeds groter werd. Vooral de breekbare plastic kapstokken die gebruikt worden bij het sorteren van textiel waren een doorn in het oog. “Kunnen we gebroken kapstokken niet recycleren tot nieuwe producten?” vroegen ze zich af. Het was de start van een innovatief traject.

Het idee ontstond op de werkvloer zelf. “Een van de opdrachten van Mivavil is het sorteren van textiel voor kringwinkel ViTeS. De plastic kapstokken die daarbij gebruikt worden, zorgen voor heel wat frustraties. Ze breken snel en komen dan samen met al het andere plastic bij het restafval terecht. Kunnen we die stukken plastic niet hergebruiken, vroegen de mensen zich af”, vertelt Griet Vergauwen van zusterbedrijf ViTeS. Samen met Joke Cornelis, die zorgde voor de uitrol van het project, zocht ze uit hoe Mivavil als maatwerkbedrijf een bijdrage kan leveren aan het circulaire gebruik van plastic.

Ondernemingstype Lokale diensteneconomie
Ondernemingstype Maatwerkbedrijf
Activiteiten Administratieve diensten
Activiteiten Energiebesparing
Activiteiten Groenzorg en onderhoud openbare ruimte
Activiteiten Verpakking
Provincie Vlaams-Brabant
Gemeente Vilvoorde
Een doos met kleerhangers.

Prototypes

De WSE-oproep ‘Sociaal Ondernemen – Innovatie’, een financiële tussenkomst voor innovatieve projecten, kwam op het juiste moment. “Die liet ons toe om tijd vrij te maken voor het project. Medio 2019 gingen we van start”, zegt Vergauwen. “We legden contacten met verschillende bedrijven, organisaties en kennisinstellingen: het Agentschap Innoveren en Ondernemen, Sirris (dat ondersteuning biedt bij technologische innovaties), maatwerkbedrijf Werminval (dat kunststof sorteert voor de producten van designbedrijf ecoBirdy), plasticverwerker Wastic, de UGent, het Vlaams Kunststofcentrum, de universiteit van Antwerpen, de firma Govaplast …”

Initieel wilde Mivavil zelf kapotte kapstokken inzamelen, sorteren, vermalen tot granulaat, en dat in mallen tot nieuwe kapstokken gieten. Dat idee moesten ze al snel bijstellen. Vergauwen: “We leerden dat het eindproduct altijd zwakker zou zijn dan het originele product. Dat haalde de doelstelling onderuit, want de kapstokken breken nu al te snel. We schakelden daarom over naar rolplaatjes voor het verplaatsen van meubels. Samen met Govaplast, een bedrijf dat onder meer straatmeubilair maakt van gerecycleerd plastic, ontwierpen we een prototype. Maar we moesten helaas vaststellen dat de rolplaatjes van gerecycleerd plastic drie keer zo duur waren als de huidige. Te duur dus voor onze werking.” Ook andere pistes werden verkend en weer verlaten.

Container met afval.

Afvalstromen aanpakken

De coronacrisis zorgde voor een toestroom van werk in de kringwinkels en het project verschoof naar het achterplan. Toen de financiering van WSE eind mei afliep, was er nog geen nieuwe toepassing gevonden voor de gebroken kapstokken. Toch hoopt Vergauwen om het project nog te kunnen verderzetten. “Onze werknemers hebben intussen opleidingen gevolgd om kunststoffen correct te leren sorteren, en we hebben stroomdiagrammen ontworpen om hen op de werkvloer te helpen. Ze hebben goesting om echt aan de slag te gaan met de afvalstromen. En zij niet alleen: ook Govaplast wil de samenwerking graag verderzetten. Als we hen een fractie gesorteerd plastic aanbieden, willen ze testen of die zuiver genoeg is om te gebruiken voor productie.”

“We leerden dat de volumes plastic waarover we beschikken, te klein zijn om financieel interessant te zijn voor verwerkers. Dat maakt het moeilijk om een afnemer te vinden. Bijzonder jammer, zeker als je weet dat veel plasticverwerkers nu plastic uit het buitenland gebruiken! We dromen dan ook van een samenwerking met de afvalintercommunales, die over veel grotere volumes beschikken.”

Bruggen bouwen naar bedrijfsleven

Voor Mivavil was het de eerste keer dat er zo intensief bruggen werden gelegd naar het bedrijfsleven en de onderzoekswereld. “Dat alleen al was voor ons een leerrijke ervaring. We hebben ervaren dat er veel sympathie is voor de sociale economie, en dat men ons wel degelijk ziet als een mogelijke partner voor vernieuwende initiatieven. In die zin is het wat jammer dat de financiering onder de Europese de-minimis-regeling valt, waardoor we maar beperkt overheidssteun mogen krijgen. Omdat we daar al een beroep op doen voor onze reguliere werking, blijven innovatieve projecten zoals dit nog te vaak een luxe.”