Zero-waste-initiatief Belgisch pionier model franchisecoöperatie
Verpakkingsvrije, lokale en biologische alternatieven toegankelijk te maken voor iedereen, dat is de missie van OHNE Coop. De van oorsprong Gentse coöperatie kiest welbewust voor een coöperatief model met zelfstandige winkelhouders als aandeelhouders. Omwille van de sociale en ecologische aspecten van de werking, kon OHNE Coop aanspraak maken op een projectsubsidie van de Vlaamse overheid.
Hoewel het die eerste jaren zoeken was, kwam er in 2017 al een tweede winkel. Sindsdien zijn we benaderd door verschillende gelijkgestemden en kwamen er ook op andere plekken in vlaanderen winkels die mee in ons verhaal passen.
“We hebben in de eerste plaats een ecologische missie. We trekken volop de kaart van zero waste. In onze winkels koop je verpakkingsvrij, biologisch en lokaal. Daarnaast heeft onze organisatiestructuur ook een belangrijke sociale of maatschappelijke impact: de zelfstandige winkeliers zijn aandeelhouder van de coöperatie en hebben daardoor veel zeggenschap in de werking. We bieden in onze winkels ook stageplaatsen aan en bieden mogelijkheden aan mensen die een traject ‘werkplekleren’ bij de VDAB hebben lopen.”
Bijzondere coöperatieve structuur
“In de beginfase van ons project ging alle tijd en energie naar de operationele werking van onze winkels en werkten we nog niet binnen een coöperatieve structuur. Maar eind 2019 heb ik mijn job opgegeven om de coöperatie op te starten. We kozen daarbij niet voor een klassieke franchisestructuur, wat misschien op het eerste zicht een logische keuze was. In plaats daarvan werd de structuur iets wat ik zelf een franchisecoöperatie zou noemen: een coöperatie bestaande uit zelfstandige winkeliers die aandeelhouder zijn. Ondernemers kiezen daarbij heel bewust voor ons, en delen onze missie.”
“Wij maakten ook de keuze om onze werking zonder extern kapitaal te financieren. We sloten geen lening af bij de bank, en hebben geen externe investeerders. In plaats daarvan kozen we voor winwinleningen. De subsidie die we van de Afdeling Sociale Economie en Werkbaar Werken kregen, heeft voor ons veel betekend. Elke zelfstandig winkelier betaalt weliswaar een Coop-aandeel, maar zonder de subsidie hadden we het niet gered zonder overbruggingskrediet. De subsidie zorgde voor voldoende cashflow om de coöperatieve te kunnen opstarten. Dat we vasthouden aan onze principes wat extern kapitaal betreft, heeft het er voor ons niet makkelijk op gemaakt, maar we zijn er wel heel fier op’, zegt Alexia.
Gezonde groei
Intussen telt de coöperatie 6 winkels. “Wanneer we een nieuwe winkel openen, kent die meteen gezonde cijfers en volgt die een gezond groeipatroon. Tegelijkertijd maakt de aard van onze winkels dat de groei beperkt is. Ze zijn vaak gelimiteerd qua oppervlakte en ons verpakkingsvrije concept zorgt ervoor dat het beheer en onderhoud van de winkels iets arbeidsintensiever is. Net daarom is het zo belangrijk dat we onze krachten in de coöperatieve bundelen. Zo kunnen we bijvoorbeeld een groot deel van de administratieve overload wegnemen bij onze winkeliers, waardoor ze meer ruimte hebben voor ander taken.”
“We zijn nog steeds op zoek naar geïnteresseerde coöperanten en toekomstige potentiële winkelhouders die mee in ons verhaal willen stappen. Hierbij dan ook een warme oproep aan ondernemers of groepen van winkels om contact met ons op te nemen als ze zelf over een dergelijke organisatievorm nadenken” besluit Alexia.